Ga met elkaar in gesprek over het volgende:
Mobiele communicatie neemt toe en daarmee ook het aantal antennes op daken van hoge gebouwen. Antennes produceren elektromagnetische golven, net als: magnetrons, een detectiepoortje tegen diefstal en elektriciteitskabels.
Tijdens onderhouds- en inspectiewerkzaamheden op hoge daken van een flat, kantoor gebouw of een ziekenhuis worden we regelmatig geconfronteerd met antennes. Deze toolbox gaat in op het herkennen van verschillende (GSM, DCS, NR en UMTS) antennes en de maatregelen die genomen moeten worden wanneer je in de buurt van zo een antenne werkt. Antennes met hoge zendvermogens worden niet in deze toolbox behandeld.
In deze toolbox behandelen we twee antennes. Lees hieronder het verschil tussen de antennes.
Sectorantenne
De elektromagnetische straling van antennes kunnen een opwarmend effect hebben op ons lichaam. Andere effecten op de gezondheid zijn niet wetenschappelijk bewezen. Sommige mensen melden wel klachten over de gezondheid zoals hoofdpijn, slapeloosheid en duizeligheid.
Door het opwarmende effect zijn er blootstellingslimieten, om te voorkomen dat de elektromagnetische velden ons te veel opwarmen. Antenne-eigenaren moeten zich hieraan houden. De Rijksinspectie Digitale Infrastructuur controleert of de blootstellingslimieten niet worden overschreden door metingen in het veld uit te voeren. In het Antenneregister kun je zien waar in de omgeving antennes zijn geplaatst en wat voor antennes dit zijn. Ook kun je de resultaten van de metingen vinden in het Antenneregister.
Antennes maken deel uit van een ''draadloos'' communicatiesysteem. Om te communiceren wekt de zender een elektromagnetisch veld op om de ontvanger te bereiken. Afhankelijk van de afstand die de zender moet overbruggen en de frequentie die de zender gebruikt, is een bepaald zendvermogen nodig. De werking hiervan is vergelijkbaar met licht. Net als bij licht is het mogelijk om het opgewekte veld te bundelen en een richting te geven. Bij mobiele telefonie wordt een bundel vrijwel in horizontale richting uitgezonden. Daardoor is het buiten de bundel, bijvoorbeeld op het dak direct onder of boven de antenne, mogelijk om te werken.
Werken in de nabijheid van een antenne doe je alleen als je goed geïnformeerd bent over hoe je je werk veilig kunt uitvoeren. Vraag daarom altijd naar een RI&E! Bepaal vervolgens de veilige actiezone en baken de zone af met bijvoorbeeld lint of een bord.
Hoewel elke antenne een andere veilige afstand heeft, hanteren we voor de duidelijkheid één vuistregelen waaraan elke antenne voor mobiele communicatie voldoet. Er bestaat een vuistregel: ''Je blijft altijd binnen de veilige internationale norm als je op 10 meter afstand van de antenne en 2 meter onder de antenne blijft.''
Is het nodig om binnen de veilige afstand te werken? Neem dan contact op met de eigenaar van de zendmast (en laat deze eventueel tijdelijk uitschakelen). Let op: is er een gevellift aanwezig, dan kan het zijn dat de medewerker boven de twee meter van het dakoppervlak komt. Wanneer je aan de volgende punten voldoet, werk je niet langer dan één minuut in de actiezone:
Let op: De veilige afstanden gelden niet voor zwangeren en mensen met medische implantaten of op het lichaam gedragen elektronische implantaten.
Meer informatie kun je vinden op Home | Antennebureau.
Voor meer informatie kun je ook de presentatie doornemen.
Veilig werken in de buurt van antennes.pptx
Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.